Vooraanstaande Turkse Nederlanders moeten stelling nemen tegen intimidatie binnen hun gemeenschap. Die oproep deed premier Mark Rutte woensdag tijdens een Kamerdebat over de aanhouding van columniste Ebru Umar in Turkije.

“Sleutelfiguren in de Turkse gemeenschap moeten leiderschap tonen”, verklaarde de minister-president. Zij moeten stelling nemen tegen intimidatie zoals gebeurt met Ebru Umar. Zij wordt vanuit de Turks-Nederlandse gemeenschap bedreigd. Ze verblijft daarom in een safehouse, op een beschermde plek.

Onderlinge spanningen in de Turks-Nederlandse gemeenschap zijn “buitengewoon ongewenst”, zei Rutte. “Op deze zaken zijn we buitengewoon alert.” Hij verklaarde dat het kabinet er alles aan doet om spanningen te voorkomen.

Rutte gaat niet in overleg met de leiders van de Turkse-Nederlandse gemeenschap over deze zaken. “Het is echt zaak van de minister van integratie. Als het nodig is schuif ik aan.” Integratie valt onder vicepremier en minister van Sociale Zaken, Lodewijk Asscher.

Diplomatieke inzet

In de Kamer was verder veel waardering voor de diplomatieke inzet om Umar terug te krijgen naar Nederland. Zij mocht Turkije zeventien dagen niet verlaten. De Turkse justitie onderzoekt of zij vervolgd moet worden wegens belediging van president Recep Tayyip Erdogan.

Rutte herhaalde dat het ondenkbaar is dat de columniste zal worden uitgeleverd aan Turkije als dat land overgaat tot vervolging. "Uitlevering is niet mogelijk gegeven onze interpretatie van de wet.'' Er is nog steeds geen aanklacht tegen Umar en het is onbekend hoe lang het nog duurt voordat daar duidelijkheid over is.

'Wat een gelul'

Toch viel Rutte woensdag even uit zijn rol. "Wat een gelul", flapte hij eruit tijdens de bijdrage van CDA'er Raymond Knops in het debat over de aanhouding van Umar. Knops vindt dat het kabinet na haar aanhouding harder had moeten optreden tegen Ankara.

Volgens de christendemocraat had onder meer de Turkse ambassadeur op het matje geroepen moeten worden. Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken had duidelijker stelling moeten nemen. Daarop kwam Rutte met zijn commentaar. De opmerking wordt niet in de handelingen opgenomen, liet Kamervoorzitter Khadija Arib weten.

Knops reageerde vrij luchtig op de pinnige opmerking van de premier. "Ik heb geen lange tenen'', zei hij later in het debat tegen de premier. Hij verwees daarmee naar de Turkse president Erdogan die honderden mensen heeft aangeklaagd wegens belediging.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl